Het geschreven Chinees kent een term die samengesteld is uit de karakters voor rivieren en meren: jianghu. Vandaar dat jianghu meestal vertaald wordt door ‘rivieren en meren’.
Tweeduizend jaar geleden al vindt men het begrip terug in antieke poëzie en filosofie. Soms duidt jianghu op plekken met water, zoals in ‘de vissen zijn beter af in rivieren en meren dan in een opgedroogde bron’.
Maar de term had ook steeds een metaforische betekenis. Volgens Helena Yuen Wai bepaalt de context de sfeer, de emotie en het gewicht van het woord. Zo kan jianghu verwijzen naar kosmische oneindigheid en abstractie, of naar vrijheid en beweeglijkheid, naar verlangens of herinnering.
In de twintigste eeuw kent het concept jianghu een nieuwe bloei, vooral in het genre van wuxia. Wuxia zijn de verhalen (in literatuur, film, strips, games of theater) over traditionele rondtrekkende ridders en Chinese gevechtskunst (wushu). Bekend voorbeelden zijn films als Ang Lee’s Crouching Tiger Hidden Dragon uit 2000 en Zhang Yimou’s House of Flying Daggers (2004), maar ook in Tarantino’s Kill Bill vind je referenties aan wuxia terug. Volgens Helena Yuen Wai bepalen jianghu en wuxia elkaar: “de notie jianghu is ingebed in verschillende teksten uit het wuxia genre, terwijl wuxia jianghu nodig heeft als een context waarin de verhalen kunnen plaatsvinden”.
Metaforisch gezien draagt jianghu altijd een sfeer met zich van onbepaaldheid en veelvuldigheid. In die zin is de verwijzing naar de rivieren en de meren duidelijk aanwezig. Het begrip verzet zich volgens Yuen Wai tegen enkelvoudigheid en homogeniteit; het huldigt hybriditeit, ambiguïteit en heterogeniteit. De rivieren en meren van jianghu zijn een plek van contestatie, disseminatie en communicatie.
Nou, ik doe mijn best.