voorlezen

Begin november verscheen een nieuw boek van Tonke Dragt en Rindert Kromhout. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit zelf een boek van Tonke Dragt heb gelezen, maar op een of andere manier roept haar naam telkens weer een van de zeldzame prettige herinneringen op aan mijn schooltijd.

Uit een hommage die afgelopen weekend verscheen in De Standaard der Letteren (DSL) leid ik af dat de schrijfster nu 91 is en vrijwel blind en dat zij verblijft in een woonzorgcentrum. Ik lees er ook dat haar bekendste titel, ‘De brief voor de koning’, verscheen in 1962.

1962? Toen was ik elf. Ik moet dus in het vijfde of zesde leerjaar hebben gezeten op een katholiek college in Antwerpen, met alleen maar jongens, en toch nog een aantal priester-leraren. Ik herinner mij mijn klassenleraren van het eerste en tweede jaar (mijnheer Bruyninckx), van het derde (mijnheer Belfroy of Belfroid), het vierde (meneer De Meester, echt waar), en het vijfde (mijnheer Verbruggen, die ook op televisie in zwart-wit een natuurprogramma presenteerde waar wij dan in de klas naar keken – onze leraar op tv!). De klassenleraar van het zesde studiejaar moet Zeer Eerwaarde Heer Moors zijn geweest, maar ik kan mij moeilijk voorstellen dat uitgerekend hij voorleesuur zou houden met een recent verschenen Nederlandse jeugdroman.

Enfin, ‘De brief voor de koning’ kon dus nog maar heel recent verschenen zijn, toen een leerkracht besloot dat hij het laatste uur van de vrijdagmiddag voortaan zou besteden aan voorlezen. Ik kan mij voorstellen dat wij, jongens van een jaar of elf, twaalf, dat hele idee aanvankelijk belachelijk vonden. Wij konden natuurlijk zelf al lang en breed lezen; en voorlezen dat was toch iets voor de kleintjes?

Maar dat is mijn herinnering: de jongens die er toe aangezet werden om exact te doen wat anders niet mocht: armen op de bank en hoofd op de voorarmen – niet slapen, alleen maar luisteren naar wat de leraar voorlas. In episoden hebben wij zo het hele avontuur van Tiuri en de brief voor de koning beluisterd. En nadien ook fragmenten uit Tolkiens ‘In de ban van de ring’. Daarvan heb ik zelf de volledige cyclus gehad in de Prisma-pocketeditie uit 1965. Ik kan mij niet voorstellen dat wij rond die tijd nog een voorleesuurtje hadden in de klas, dus ik neem aan dat de voorleessessies rond de Hobbits – op basis van een eerdere editie – gewoon gevolgd zijn op die van Tonke Dragt.

In mijn herinnering was het heerlijk: een week, vol van leren en huiswerk, en beladen met al het haantjesgedoe tussen jongens van elf, twaalf jaar, afsluiten met een periode van stille concentratie en het geruststellende gezoem van slechts een stem die een spannend verhaal vertelde.

(Ik merk nu dat ik ter gelegenheid van de laatste verhuizing en de noodzakelijke inkrimping van mijn bibliotheek mijn driedelige editie uit 1965 van ‘In de ban van de ring’ heb weggedaan. Jammer.)

Votre commentaire

Entrez vos coordonnées ci-dessous ou cliquez sur une icône pour vous connecter:

Logo WordPress.com

Vous commentez à l’aide de votre compte WordPress.com. Déconnexion /  Changer )

Photo Facebook

Vous commentez à l’aide de votre compte Facebook. Déconnexion /  Changer )

Connexion à %s