Het lijkt erop dat de Bastard Art Gruppe zichzelf weer tot leven gewekt heeft, na een rustperiode van bijna twee jaar. In ieder geval ontving ik zopas een (wens?)kaart met de hoopgevende boodschap voor 2020
ZONDER KUNSTENAARS MINDER BROL – without artists less junk
Toevallig was ik net ‘Technique du coup du monde’ aan het lezen, een bijdrage van Alexander Trocchi aan internationale situationniste numéro 8 van januari 1963. Trocchi is de auteur van romans als Young Adam (1954, ook verfilmd) en Cain’s Book (1960), en van het redelijk apocriefe Volume V van de ‘schandaalkroniek’ My Life and Loves van Frank Harris uit de jaren 1920.
Een coup du monde is een ‘wereldgreep’, naar analogie met coup d’état, staatsgreep. Geheel in de lijn van de Internationale situationniste pleit Trocchi voor een kunst die samenvalt met het echte leven, een doelstelling die maar bereikt kan worden doordat de hele wereld zich bevrijdt van de controlesystemen van de spektakelmaatschappij. Die maken immers dat mensen materieel en mentaal slechts bezig zijn met overleven, in plaats van met werkelijk te leven en al hun capaciteiten te ontwikkelen. Geen staatsgreep dus, maar een wereldomwenteling.
Van kunstenaars en kunst heeft men hiervoor volgens Trocchi voorlopig niets te verwachten. Ik vertaal een fragment uit zijn artikel.
“Sinds een aantal jaren nu betreuren de beste kunstenaars en grote geesten zich over de kloof die is ontstaan tussen de kunst en het leven. Die zelfde mensen waren over het algemeen opstandig in hun jeugd, maar toen zij zowat een rijpere leeftijd bereikten, heeft het ‘succes’ hen onschadelijk gemaakt. Het individu heeft geen macht. Dat is onvermijdelijk. En de kunstenaar voelt zijn onmacht sterk aan. Men doet hem falen, hij is verdoemd. Zoals in het werk van Kafka, doordringt dit verschrikkelijke gevoel van vervreemding zijn oeuvre. Zeker, Dada heeft aan het einde van de eerste wereldoorlog de meest compromisloze aanval ingezet tegen de conventionele cultuur. Maar de gewone defensiemechanismen traden snel in werking; de producten van de ‘anti-kunst’ werden met een mooi ceremonieel ingekaderd en opgehangen naast de ‘School van Athene’. Dada werd gecastreerd en ingelijfd en was weldra veilig begraven in de geschiedenishandboeken, net zoals eender welke andere artistieke school. Waar het om gaat is dat, hoewel Tristan Tzara et alii wel terecht de kanker van het politieke bedrijf konden aanklagen en de schijnwerpers van de satire konden richten op de weg te vegen hypocrisie, zij geen oplossing hebben voorgesteld om de bestaande maatschappelijke orde creatief te vervangen. Wat zouden wij gedaan hebben nadat wij de Mona Lisa een snor hebben geschilderd? Zouden wij werkelijk gewenst hebben dat Genghis Khan het Louvre gebruikte als paardenstal? En wat daarna?”
Die snor, dat is Duchamp natuurlijk, maar Genghis Khan en het Louvre, die snap ik ook niet. In ieder geval, waar het de Internationale situationniste om ging, is dat kunst die gemaakt is om verkocht te worden, flauwekul is; de kunst is om van het dagelijks leven een kunst te maken.