het mag wat kosten

Het is nog steeds onduidelijk of de kerels van studentenvereniging Reuzegom die betrokken waren bij de gewelddadige dood van Sanda Dia in 2018 ooit  voor de rechter zullen komen. In Liège staan nu wel vijf anderen terecht voor nog een ontgroening die fataal afliep. Zij worden beschuldigd van onopzettelijke doding of het onopzettelijk toebrengen van letsel door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg,  maar zonder het oogmerk om de persoon van een ander aan te randen (art. 418 Strafwetboek).

Zo’n ontgroening is op zich al een fascinerend schouwspel: hoe mensen zich (laten) onderwerpen in een orgie van taal en geweld. Uit de rechtbankverslaggeving in La Libre kan je nogal wat details opmaken van wat er gebeurd moet zijn, die avond van de studentendoop van Axel L. Ook die feiten vonden plaats eind 2018, nu aan een Luikse hogeschool. Axel L., 21, was eerder al gekroond tot roi des bleus  (wat overeenkomt met het dubbelzinnige Vlaamse ‘koning van de groentjes’). Die titel had hij gewonnen door na elkaar 28 pinten ad fundum te drinken.

De avond van de ontgroening wordt hij begeleid door vier mannelijke en één vrouwelijke dooppeter, die hem voor een onbekende hoeveelheid bier gekocht hadden op de feutenveiling. Bij de eigenlijke rallye des parrains gaat het dan maar om één ding: zuipen. De dooppeters drinken zelf niet mee; zij moeten in staat zijn het groentje desnoods op te vangen. En zij nemen voorzorgen. De avond begint met een raclette bij een van de peters thuis – kwestie van een goede fond te leggen in de maag. Ook wordt Axel L. aangeraden zijn eten goed te kauwen (om te veel brokken te vermijden bij het kotsen straks) en geen tomatensaus te nemen (zodat in het braaksel eventuele bloedsporen zichtbaar blijven).  Rond half twaalf begint de kroegentocht, waarbij Axel L. binnen een periode van twee uur onder meer een gaskamer drinkt (pisang ambon gemengd met brandende sambuca; je legt je hand op het glas om de alcoholdamp vast te houden en vervolgens wordt die via een smal spleetje tussen de vingers of met een rietje opgesnoven), een aantal andere cocktails, en minstens één tgv (tequila, gin, vodka; volgens een gespecialiseerde website Een van de pittigere shotjes die er zijn! Wil men een shotje hebben dat zo sterk mogelijk is, is dit een zeer goede optie. Wil jij graag een shotje om een vriend te « verassen », is dit ook een zeer leuke.”). Lol!

Na een uur of twee houdt hij niet meer op zijn benen en de dooppeters vinden dat het welletjes is geweest, zeker omdat hij vrijwel niet gekotst heeft ondanks de hoeveelheden zout water die hij heeft gekregen. Op weg naar zijn studentenkamer, ondersteund door twee van de begeleiders, zakt Axel L. op een zebrapad door zijn knieën om over te geven. Zij tillen hem van de straat en leggen hem op zijn zij, zodat hij niet zou stikken in zijn kots. Helaas, wanneer de hulpdiensten aankomen, is hun feut al overleden door de massale opname van braaksel in zijn luchtwegen. Voor de rechtbank verwerpen de vijf verdachten elke verantwoordelijkheid voor de dood van Axel L. Op 25 juni wordt de behandeling van de zaak verdergezet met het getuigenverhoor van de ambulanciers.

Ja, shit happens, een ongeluk zit in een klein hoekje. Er zijn natuurlijk talloze manieren om betekenis te geven aan wat er is gebeurd. Je kan de nadruk leggen op de mentaliteit van de dooppeters, of op studentenclubs en hun inwijdingsrituelen, of meer algemeen op machtsstructuren en processen van subjectivering, … Je kan ook kijken naar wat zo’n Axel L. gemotiveerd moet hebben om zich te onderwerpen aan een proef waarvan iedereen – hijzelf ook – wist dat het de bedoeling was dat zij zou uitdraaien op een debacle: lallen, kotsen, wankelen, omvallen, kater.

Plots moet ik denken aan wat in een bepaalde anthropologische literatuur heet honour through ruin (eer door vernietiging?). Het is een eeuwenoude traditie, in alle culturen: geschenken geven om de eigen macht zichtbaar te maken – maar in extreme gevallen leidt het gebruik tot de eigen ondergang. Er zijn nogal uiteenlopende beschrijvingen en interpretaties (positief en negatief) van wat een potlatch moet zijn geweest bij verschillende inheemse volkeren van Noordwest-Amerika (bijvoorbeeld bij First Nations in British Columbia). De potlatch was tegelijk een feest en een gelegenheid om zaken te doen of bestuurlijk te overleggen tussen verschillende volkeren of clans. Er werden verdragen of huwelijken gesloten, geboorten en inwijdingen gevierd, contact gemaakt met voorouders of het bovennatuurlijke, er was ruimte voor feest, dans, spel … en vooral: voor het tentoonspreiden van macht. De idee was dat de gastheer (de chef van de uitnodigende familie) zijn gasten uitdaagde om hem te overtreffen in het wegschenken of zelfs vernietigen van goederen. De giften waren een afspiegeling van interne en externe hiërarchieën. De status van een clan werd immers niet bepaald door wat of hoeveel men had, maar door de hoeveelheid waarvan men afstand kon doen – inclusief slaven, die desnoods gewoon gedood werden. Een gast die later niet minstens even veel kon wegschenken verloor status en macht. Er zouden gevallen bekend zijn van clans die tijdens een potlatch alles wat zij de hele zomer bij elkaar hadden gejaagd, gevist en bewerkt weggaven, zodat zij de daaropvolgende winter zelf van de honger crepeerden.

Je moet je dat blijkbaar allemaal niet te folkloristisch voorstellen. Met name de introductie van industrieel geproduceerde goederen vanaf het einde van de achttiende eeuw mogelijk maakte het om op een ongekende schaal spullen weg te schenken – of zelfs gewoon publiekelijk te vernietigen. Uit een beschrijving van de grote Christmas Tree potlatch in 1921 bij Vancouver Island blijkt dat de festiviteiten zes dagen duurden en dat er voor duizenden dollar werd weggeschonken in de vorm van gedroogde voeding, maskers en bewerkte koperen platen, maar ook van motorboten, biljarttafels, naaimachines, grammofoons, dekens, meel en contanten – of porselein en kratten sinaasappelen die gekocht waren met de opbrengst van de verkoop van huiden. In het begin van de twintigste eeuw, toen het mede door demografische ontwikkelingen (een derde van de bevolking was bezweken aan de pokken) steeds moeilijker werd om het ingewikkelde hiërarchische systeem in stand te houden waarin geschenken een cruciale rol speelden, werd bekend dat op een potlatch van de Kwakiutl de goederen niet meer werden weggegeven maar in het openbaar verbrand. Men bouwde een grote schuur, stouwde die vol met de dekens en de dozen voeding en de bewerkte kano’s en de gedroogde vis en de visolie en de naaimachines, en stak alles vervolgens in de fik. Honour through ruin.

1 réflexion sur « het mag wat kosten »

  1. « The boys had to be men, and they had to be initiated. They were keel-hauled, tied up with rope and pulled right under a ship; they were held over barrels of burning, stinking stuff; they were hoisted up smoking chimneys to be cross-examined on nothing in particular while they choked. They were throwh three times into deep water and had to get back into the boat to stay alive while a congregation of older merchants beat them. They were given drink until they were drunk, stripped naked and blindfolded, and then whipped until they bled, with drums more or less covering their screams; after which they had to sing a comic song. They had their mouths and noses stuffed with dogshit and dat shit, they were subject to ‘unclean shaves’; they went ‘eel treading’ and ‘pig scalding’. They learned to say nothing, never to complain, never to cry. »

    Michael Pye about the initiation of young Lübeck merchants in Bergen, Norway,
    in
    The Edge of the World – How the North Sea Made US Who We Are.

    J’aime

Votre commentaire

Entrez vos coordonnées ci-dessous ou cliquez sur une icône pour vous connecter:

Logo WordPress.com

Vous commentez à l’aide de votre compte WordPress.com. Déconnexion /  Changer )

Photo Facebook

Vous commentez à l’aide de votre compte Facebook. Déconnexion /  Changer )

Connexion à %s