Een hefschroefregenboogwolk, een toboganjurk, een panopticon gevuld met water, een worm met aan de twee uiteinden een getande bek, twee benen die uitlopen in een nest met drie vogels of een regenscherm of een kano, armen waarvan de hand de vorm heeft van een pen of een hamer of een nijptang, een coronavuurtoren avant la lettre in een woestijn van afval, … het zijn povere beschrijvingen van de honderden tekeningen van wezens en constructies, subtiel ingekleurd binnen heldere zwarte lijnen, in deze encyclopedie. Gelukkig is er ook behoorlijk wat handgeschreven tekst als toelichting en verklaring, zowel naast de tekeningen, als in de vorm van tekstpagina’s en tabellen. Maar wat is dit voor een geschrift? Hoe moet je dit ontcijferen? Het is zelfs niet duidelijk of je van links naar rechts leest, of andersom.

In 1991 kreeg ik de Nederlandse editie (groot formaat, mooi zwaar ‘oud hollands’ papier) van de Codex Seraphinianus cadeau. Nou ja, Nederlands? Het enige Nederlands dat er in voorkomt is de vermelding van de uitgever: Meulenhoff/Landshoff. In 1991 was het nog niet evident dat je bij enige twijfel meteen duckduckgo aan het werk zette, dus lange tijd heb ik mij afgevraagd of die Seraphinianus op een of andere manier verwees naar serafijnen, de engelen die sinds de vroege Middeleeuwen afgebeeld worden met zes vleugels en die in de dichtste kring rond God staan te zingen. Nu, bij een nieuwe Italiaanse editie van de Codex, lees ik dat de maker zich Luigi Serafini noemt.
De eerste platen tekende hij in het midden van de jaren 1970: hybride menselijke lichamen met prothesen in de vorm van wieltjes of tangen. Daarna ontwierp hij een heel alfabet, in handgeschreven, enigszins cursieve tekens, die consequent ingezet werden op de plekken waar in een encyclopedie tekst staat. Als lezer weet je dan dat het gaat om zelfstandige artikelen en om toelichtingen bij de afbeeldingen. Dat helpt om een en ander beter te begrijpen en meer inzicht te krijgen in de materie.
Toen hij eenmaal het idee van de tekeningen en de tekst ontwikkeld had, verliep het verdere maken van de encyclopedie volgens Serafini als een soort ‘blij automatisme’. Nu hij begonnen was met het uitwerken van zijn hybride wereld van dieren, planten, mensen, constructies en activiteiten, woekerden zowel de tekeningen als de teksten lustig verder. De oorspronkelijke editie van de Codex bestond uit twee delen: een deel natuurwetenschappen, het andere menswetenschappen.

Wie Le città invisibili (De onzichtbare steden) van Italo Calvino leest, probeert zich waarschijnlijk de steden, landschappen, fauna en flora in te beelden waarover Marco Polo in het boek verslag uitbrengt aan Kublai Kan. De Codex Seraphinianus zou de encyclopedische verzameling en ordening kunnen zijn van datgene waarover Marco Polo vertelt. Hoewel, misschien is het juist andersom. De Codex werd voor het eerst uitgegeven in 1981, Le città invisibili verscheen in 1993. Kende Calvino het werk van Serafini? Niet onwaarschijnlijk. Zijn de tekeningen een inspiratiebron geweest voor de onzichtbare steden en hun fauna en flora? Het doet er uiteindelijk niet zoveel toe; de twee boeken blinken uit door een zelfde exactheid van tekening en beschrijving, door een zelfde verbeelding en poëtica die de wereld mysterieus en toch herkenbaar voorstelt.
De nieuwe editie is verschenen bij Mondadori; kost wel zo’n € 120. Vanwege het formaat van het boek heb ik sommige afbeeldingen van het net geplukt.




Dag Hugo,
Bij lectuur van de titel en de eerste lijnen van je artikel dacht ik even dat het misschien over het werk van Robert Garcet ging (https://www.reachoutforacause.org/blogs/rond-belgie-2021-buitengewone-silex-vredestoren-eben-ezer).
eva
J’aimeJ’aime